Jarenlang was de Formule 1 een sport voor een kleine groep enthousiastelingen. Het grote publiek in Nederland had de sport nog niet ontdekt. ‘Wij’ speelden hierin namelijk geen rol van betekenis. In 2015 kwam daar verandering in. Op zeventienjarige leeftijd stapte Max Verstappen in en toen ging het hard. Letterlijk en figuurlijk.
De Formule 1 is de ultieme droom van elke autosportliefhebber. Alleen het beste en het snelste is goed genoeg. Gerenommeerde merken als Ferrari, Mercedes en McLaren maken de dienst uit en tonen de wereld hun kunsten op het gebied van motorvermogen en aerodynamica. Veel van de techniek in de auto van nu kent hier z’n oorsprong. Toch was de sport in Nederland niet erg populair. Slechts een handjevol Nederlandse coureurs verschenen aan de start. Meestal om hun kunsten te vertonen achter op de grid.
Als jongste coureur ooit kwam Max Verstappen de wereld van de Formule 1 binnen. Hij had nog niet eens zijn rijbewijs. De zoon van Jos Verstappen (ex-formule 1-coureur) bleek het talent waar ‘wij’ al jaren op zaten te wachten. Hij had diverse andere kampioenschappen op zijn naam geschreven en was nu klaar voor de koningsklasse. Na een half jaar racen maakte hij een onuitwisbare indruk bij Torro Rosso en werd hij opgepikt door Red Bull. De eerste race voor dit team haalde Verstappen er het maximale uit: het werd een spectaculaire overwinning. Een scenario dat zo past in een jongensboek.
Inmiddels is Verstappen uitgegroeid tot een ervaren coureur. Op dit moment heeft hij zijn eerste wereldtitel op zak. Hij heeft Hamilton verslagen tijdens een epische race. Hamilton heeft die titel al zeven keer behaald. Beide coureurs steken met kop en schouders boven de rest uit en maakten er een spannende strijd van. Binnenkort gaat het nieuwe seizoen van start.
De prestaties van Verstappen zijn niet onopgemerkt gebleven. Op alle circuits, waar ook ter wereld, kan hij rekenen op een grote schare fans. Uiteraard in herkenbaar oranje. Door de buitenlandse media worden deze fans al geroemd als ‘The Dutch Army’. Ook op televisie is de Formule 1 nu ‘hot’. Elke training, kwalificatie en race wordt uitgebreid beschouwd en kan rekenen op een groot publiek.
De uitgebreide aandacht voor de Formule 1 heeft er ook voor gezorgd dat het kennisniveau bij het grote publiek enorm is toegenomen. We weten inmiddels alles over de coureurs, hun auto’s en de regels van zowel de kwalificatie als de race zelf. Wanneer het Nederlandse elftal moet voetballen staan er miljoenen bondscoaches op; wanneer er geracet wordt, verandert de Nederlander in een race engineer. We discussiëren bij de koffiemachine over de bandenkeuze, de pitstop-strategie en de stand van de achtervleugel. Het succes van Max heeft ons race-fan gemaakt. Het is nog steeds druk op de voetbalvelden en nog steeds dromen veel meisjes en jongetjes (en hun ouders), dat zij de volgende Messi zijn. Maar het wordt ook drukker op de kartbaan. Ook hier wordt gedroomd. Niet over Messi, maar over Verstappen. Formule 1 is populair en is hard op weg om een nieuwe volksport te worden.
Door de populariteit van Verstappen groeide de roep om weer een Nederlands circuit op de agenda van de Formule 1 te krijgen. Na 36 jaar afwezigheid was het op 5 september 2021 zover. Na een grondige verbouwing was circuitpark Zandvoort gastheer van de Dutch Grandprix. Het in oranje geklede publiek was in groten getale op dit event afgekomen en zij werden niet teleurgesteld; Max Verstappen kwam als winnaar over de streep. De internationale pers was lovend over zowel het circuit als de uitzinnige fans en gaat ervan uit dat Zandvoort ook de komende jaren op het programma blijft. En misschien volgt ook Assen wel.
